De afscheidsbijeenkomst

Acht maanden na Erika’s overlijden kon het dan eindelijk: Met z’n allen bij elkaar komen om haar te herdenken, ons verdriet te delen en … net te doen of we met z’n allen op haar feestje waren terwijl Erika als centrale figuur toevallig aan de andere kant van de zaal staat.

De locatie, een grote tent gevuld met picknicktafels en klapstoeltjes naast een grote zandbak, was uitgezocht op een stralende zomerdag. Dat was het absoluut niet. Maar op de een of andere manier maakte dat niets uit.
Ik vond het zó fijn om dit met zoveel van jullie te beleven!

Aankomst op het terrein van UpEvents
Met bijna 300 mensen in de tent (alle foto’s zijn gemaakt door Mick Ellerbeck)

Voor degenen die er niet bij konden zijn: Erika’s zus Annette, Otmar en Tjeerd, onze kinderen, vriendinnen Ellen, Helene en Carolien, collega Machteld en ik hebben gesproken. Betty Borstlap en Ton Mulder van Duas Luas hebben tussendoor prachtige muziek gemaakt.

Duas Luas

Ik had zo vaak de vraag gekregen hoe het met mij, Otmar en Tjeerd ging sinds Erika’s overlijden. Haar zussen kregen vaak de vraag hoe ze de laatste maanden van haar leven hadden beleefd. Annette en ik besloten daarom in onze tijd in te gaan op die vragen, en het ophalen van herinneringen aan de anderen over te laten.

Hieronder de integrale teksten.

Even wachten tot iedereen zit

Lieve Erika, lieve Eer,

Het is alweer 9 maanden geleden dat je bruut het leven uit werd geduwd. Je kon het niet tegenhouden. Dus deed wat je altijd deed in moeilijke tijden: Er het beste van maken, vechten voor een kleine kans op een medisch wonder en loodzware situaties lichter maken met jouw geweldige humor. Angst recht aankijken en aanvaarden wat je niet meer kon ontlopen.

Ik wist dat je indrukwekkend was. Maar dat je op zoveel verschillende mensen een onuitwisbare indruk had gemaakt, drong pas goed tot me door na alle reacties op jouw vertrek. Veel van hen zijn hier vandaag. Het weer is bepaald niet wat we hoopten, maar we redden het wel.

Betty zal zingen, Ton speelt gitaar en na mij nemen je zus Annette, Otmar en Tjeerd, je vriendinnen Ellen, Peen en Carolien, en je collega Machteld nog het woord.

Dat zoveel mensen na 9 maanden nog graag bij elkaar komen om jou te herdenken maakt mij, Otmar en Tjeerd, trots. Jouw drie mannen, zoals je ons altijd noemde. Met elkaar altijd een hecht viertal dat zo ontzettend veel lol kon hebben. Niet meer compleet. Maar we maken er het beste van. Zoals die winternacht in de duinen van Ameland. We keken naar de sterren, praatten over jou en ik probeerde jong te doen door trekjes te nemen van de joint die Otmar had gedraaid. Ik viel genadeloos door de mand toen bleek dat ik de rook niet lang genoeg in mijn longen kon houden zonder te hoesten. Je was er aan alle kanten bij, zonder er bij te zijn.

Onze rouw om jou loopt niet synchroon. De pijn is vergelijkbaar, maar komt er anders en op andere momenten uit. Maar het open praten dat we met jou leerden, helpt ons enorm.

De eerste maanden heb ik veel contact gehad met weinig mensen. Je zussen waren daarvan de belangrijksten. Ik zag aan jou altijd hoe goed je je voelde in hun bijzijn, en ik ervaar nu zelf hoe dat is. We hielden elkaar vast deze winter. Wisselden iedere maand meer dan 1000 berichten uit, kwamen om de paar weken bij elkaar en huilden en lachten heel wat af.

Met het mooie weer in maart kwam ook de energie weer terug. Ik begon het nieuws weer te volgen en kreeg weer lol in werk. Kissy, onze kat die jij 10 jaar geleden op Marktplaats vond en het laatste jaar bijna non-stop bij jou op de bank of op bed lag, gedroeg zich weer als vanouds en likte haar buik niet meer kaal.

Ook je zus Annette landde weer enigszins. Ze begon de signalen van haar lichaam weer te voelen, waaronder dat vreemde gevoel in haar borst. De gedachte dat het foute boel zou kunnen zijn, drukte ze niet langer onbewust weg en ze liet het controleren. Haar angst bleek helaas terecht. Ze had ook borstkanker. Is dat toeval? Ja, was het antwoord van onderzoek naar erfelijke afwijkingen. Het was domme botte pech.

De kans dat het uiteindelijk goed komt met Annette is heel groot, maar ze moet daarvoor wel het hele pretpakket ondergaan. Ze is bijna klaar met de chemo die jou 2 jaar geleden zo zwaar viel.

Het was eind maart, dat die klap als een mokerslag aankwam. Jij werd ook waarschijnlijk he-le-maal gek dat je er niet in levende lijve voor haar kon zijn. Annette ging meteen heel goed in de actiemodus. Ik voelde me lamgeslagen.

In mei begon ik me beter te voelen en in juni kwam ik tot rust. Tjeerd hoefde geen examens meer te maken en ik kon onbetaald verlof krijgen op mijn werk. Het mooie weer die maand deed de rest.

Ik voel me sindsdien weer mezelf en heb weer lol in het leven. Het verdriet is er nog. Als een grote bel die zich steeds weer vult. Maar als ik de rust en tijd neem om er iedere dag wat uit te laten lopen, gaat het prima. Het zet zich dan niet om in stress.

Ik voel aan alle kanten dat ik leef. Ik voel hoeveel ik van en met jou heb geleerd. Hoe je me hebt gestimuleerd me open te stellen en als mens te ontwikkelen. Hoe je een deel van me bent geworden en dat altijd zult blijven.

Ik hoop nog heel lang, heel gelukkig rond te lopen in dit leven, zal mijn best doen er uit te halen wat er in zit en te zorgen voor wie belangrijk was voor jou. Maar als het dan toch een keer zal eindigen, is het een grote troost dat ik weer bij je zal zijn.

Tot dan, lieve Eer.

Tot die tijd leef je voort in mijn hart.

Annette, Erika’s oudste zus, over de zussenband in de laatste maanden

We kunnen zoveel leuke verhalen vertellen over Erika en onze avonturen met de zussen. Die bewaren we voor straks bij de borrel. Nu vertel ik mede namens mamma, vanuit het perspectief van de zussen over haar laatste weken, omdat het zo snel ging en voor veel mensen bijna niet te bevatten. Maar ook omdat het veel zegt over Erika en wie ze was. 


Met de zussen kropen en kruipen we altijd bij elkaar op momenten die er toe doen. Het delen van geluk, plezier, maar ook verdriet. Zo ook op 22 oktober. Het was duidelijk dat het niet goed meer zou komen. Erika’s kanker was uitgezaaid en flink ook. We waren verslagen, maar spraken ook over wat wél kon, onder regie van Erika. We maakten een wandeling door de invallende herfst. Met zijn vijven, Reinier week niet meer van Eers zijde. Hij maakte wat foto’s van ons vieren, zoals we zo vaak hadden gedaan. Dit werd de laatste keer. Tijdens de wandeling liep Eer even de andere kant op, ze keek naar ons en ik zag dat ze een paar tranen wegpinkte.

Erika en Reinier gingen op zoek naar mogelijkheden om tijd te rekken, we voelden en zagen dat ze een sterk duo vormden, niet dat dat nieuw was, maar er was nu geen speld tussen te krijgen. Dat wilden we ook helemaal niet, het was eerder geruststellend hoe ze elkaar aanvulden. Vol vertrouwen. Een rijdende trein en Reinier deed alles voor Eer.

Onze zussenapp, die jaren intensief gebruikt werd voor het delen van nieuwtjes, grappen, zorgen, lekkere disconummers werd een nóg belangrijker communicatiemiddel om elkaar te informeren.  Erika stuurde uitgebreide appjes, korte berichten ‘goedemorgen sussies, ik hou van jullie, fijne dag’ , maar ook geluidsfragmenten met verslagen van ziekenhuisbezoeken.

Erika voelde zich niet heel goed en het ging langzaam, maar eigenlijk ook heel snel, achteruit. Ze had pijn in haar lichaam en botten, was duizelig en misselijk en werd benauwd. Het is gek dat als je daar zo bovenop zit, je een soort van meegezogen wordt. Er werd steeds gezocht naar oplossingen en veel gepraat over de oorzaak – waren het bijwerkingen van de medicatie -of later- bijwerkingen van de immuuntherapie?
Erika was krachtig in haar keuzes en we volgden haar, het gaf hoop!

Erika zei dat ze wel eens las over doodgaan en hoe dat eigenlijk in zijn werk ging. Eén keer, een week voordat ze stierf, vroeg ze: ik ben zo bang dat dit het is, wat denk jij? We lieten het antwoord in het midden, ook omdat we het gewoon niet wisten. Ze zei óók dat ze er naar uitzag om weer bij papa en oom John te zijn en natuurlijk ook bij Michael Jackson en George Michael. Want daar kon ze in het hiernamaals best een kopje koffie mee drinken. Typisch Eer.

Ondanks de zorgen, waren er ook veel fijne momenten en natuurlijk werd er ook nog gelachen. Erika kon nog steeds keihard of grappig uit de hoek komen. Zo grapte ze tegen een junk in het park dat háár medicatie hem waarschijnlijk knock-out zou laten gaan en dat hij alles wel mocht overnemen als zij die niet meer nodig had.
Erika tekende, in de momenten dat ze zich hiertoe kon zetten, ontwerpen voor een zussentattoo. Haar creativiteit gebruikte ze om met haar ziekte te kunnen dealen, tot aan het laatst aan toe. Gelegenheid om de tattoo te laten zetten, kregen we niet. Gelukkig is het Erika en Ot wel gelukt om een gezinstattoo te zetten. Erika had ‘m trots op haar enkel en Ot op zijn arm, wellicht volgen Tjeerd en Reinier nog.

Erika rustte steeds meer en haar laatste weken lag ze veel op haar bed in de slaapkamer. Met Kissie, de poes. Ze kon steeds moeilijker prikkels verdragen en raakte snel vermoeid. Dat was heftig, ze had het echt zwaar. Soms probeerde ze beneden aan te sluiten, maar ook dat werd steeds moeizamer. Ze ging dan terug naar bed, maar gaf ook aan dat ze het fijn vond dat wij beneden waren en ze ons kon horen. Ik denk dat ze zich veilig voelde en het haar vertrouwen gaf. ‘ In de buurt blijven en er gewoon zijn’ , werd ons devies. En natuurlijk bleef Caroline kaaskoekjes volgens mama’s recept bakken.

We praatten bijna nooit over een naderend eind, over echt afscheid nemen. Het was duidelijk dat dat te heftig en confronterend was, bovendien, we waren goed met elkaar, er waren geen dingen uit te praten, geen losse eindjes. Erika wilde niet gaan, ze wilde bij haar gezin en ons allemaal blijven. Ze dacht eerst in jaren, later in maanden, het werd steeds naar beneden bijgesteld, het ging snel, maar er bleef hoop. Plannen, om mensen te zien, weekendjes weg te gaan met de kinderen of een korte vakantie, het lukte niet meer. De zoektocht naar tijd was het belangrijkst.

Totdat Eer in het AVL wilde blijven na een controle op 26 november. Het ging niet goed en de reis terug naar de Spaarnelaan was te belastend. Erika gaf aan dat ze ‘ verslagen’ was en moe, moe, moe! We maakten een nieuwe appgroep genaamd  ‘Eer’  – die trouwens tot op de dag van vandaag intensief gebruikt wordt – ditmaal zonder Erika, maar mét Reinier. Het eerste appje was er één van hem, met een citaat van Erika:
‘ ik vind het moeilijk om de zussen te zien, want dan moet ik zo huilen en daar heb ik de kracht niet meer voor’ En Elies antwoordde: ‘dan proberen we niet te huilen’ en zo geschiedde.

Om Erika’s pijn weg te nemen, werd gestart met palliatieve sedatie, ze werd in slaap gebracht. We wisten niet of we haar nog zouden spreken. Als er íets zou gebeuren, zouden we direct naar t ziekenhuis komen. Tjeerd bracht de nacht bij haar door i.p.v. het geplande weekendje samen weg. Vroeg in de ochtend ontvingen we weer een berichtje namens Eer. Ze wilde dat we kwamen; we wisten niet hoe snel we naar het AVL moesten komen, met mama. Het werd een bijzondere dag, We zaten samen en afwisselend bij Eer. We praatten en lachten wat, rustig, maar met elkaar. In de pantry, zonder Eer, lieten we onze emoties de vrije loop. We bespraken daar ook van alles, waaronder hoe we het afscheid zagen.
Erika was na een slaapje opeens weer helder en Reinier legde alles en de open eindjes aan haar voor. Ze gaf aan wat ze belangrijk vond, duidelijk en zoals altijd ‘ in control’. ‘Nee, geen rieten mandje, wel een stoere houten kist’ .
Het werd onze laatste dag samen; Erika stierf op 30 november om vijf voor zes in de ochtend. Reinier stuurde ons een berichtje, ‘ Erika is vertrokken, heel rustig’. We waren allemaal wakker en op een bepaalde manier opgelucht.

Nu 9 maanden later weten we, het wordt nooit meer hetzelfde, maar wat hebben we van en met elkaar kunnen genieten. Wat zijn we blij dat Erika een deel van ons gezin uitmaakte, als dochter en als zus. We hebben gelachen, gehuild, gedanst, geouwehoerd, gedronken en gegeten. Dát neemt niemand ons meer af. En we houden alles in ere, met Erika in ons hart.

Ellen de Vroom over ‘Kaatje’

Lieve Kaatje,

Weet je nog:
Wij werden vriendinnen op de kleuterschool. Na een week of zo mochten we na school met de juf en het rijtje naar huis lopen, wij liepen hand in hand. Na het oversteken van de Warmonderweg mochten alle kindjes zelf verder naar huis … Wij ook…. We bleven maar dezelfde weg volgen… Wat bleek… Wij woonden in dezelfde straat, de Prinsenlaan, tegenover elkaar…. jij was daar in de vakantie komen wonen.

Weet je nog:
We zaten in onze straat op de stoep te tekenen … met een stuk dakpan of baksteen… want daar kon je goed mee krijten. We zaten aan de kant van mijn huis… iets verder op. We deden elkaar een belofte: We zouden altijd vriendinnen blijven “wat er ook gebeurd!” Ook al kregen we in onze puberteit verschillende vriendenkringen: We bleven vriendinnen.

Weet je nog:
We wilden na de middelbare school samen TeHaTex doen op lerarenopleiding in Delft. We zouden als altijd samen gaan…. Helaas jij zakte voor je examen dus ik ging alleen van start …. gelukkig volgde jij een jaar later. We verhuisden naar de van Leeuwenhoeksingel in Delft en woonden, samen met jouw konijn, op de zolder. Ook in onze Delft-periode kregen we ieder onze eigen vriendenkring. Maar als altijd, bleven wij we elkaars steun en toeverlaat.

Weet je nog:
Jij worstelde veel met jezelf, zocht naar wie je was en naar welke man daarbij paste. Geen bleek de juiste en steeds als de liefde bekoelde begon die worsteling met jezelf weer.

Weet je nog:
Je kwam met Reinier….. en ik dacht: ” Ohh God …daar gaan we weer”…… en zei: “Ka! kap nou eens met die mannen en zet eerst jezelf eens op de rij”…. Maar Reinier bleek een blijvertje en met hem vertrok je naar Amsterdam… voor het eerst in ons leven scheidden onze wegen….. Ik bleef in Delft. Je leerde met al je onzekerheden en kwetsbaarheden omgaan en werd die enorme sterke, dappere en oh zo standvastige vrouw die ik van kind af aan al in je bewonderde. Je was loyaal, oprecht en recht door zee met een flinke dosis humor en zelfspot.

We hebben we samen nog vaak gehad over dat het gesprek uit onze kindertijd daar op de stoep in de Prinsenlaan. Maar onze belofte hebben we nooit gebroken en we hebben ruim 51 jaar Lief, Leed en Meer gedeeld…. 

Sorry Ka, maar waar jij nu ook bent… ik blijf je lastigvallen met mijn Lief, Leed en Meer tot aan mijn dood …. en ik hoop, nee verwacht, dat je af en toe één van je rake opmerkingen of je heerlijke schaterlach over mij heen stort….

Mis je zo vreselijk…. nu al maar in de toekomst nog meer en meer…

Liefs Ellen

Helene ‘Peen’ Mourik heeft de fles wijn meegenomen die Erika blind uit de kelder mee had genomen

43 jaar geleden stapte Erika mijn leven binnen. 

Onze paden kruisten elkaar op PCL, een gezellig rommelige manege in Oegstgeest. 
Mijn vriendschap voor dat 13-jarige meisje wiens donkere pretoogjes net aan onder haar lange pony te zien waren, hoefde niet te groeien, het was er gewoon. Meteen. Vriendschap op het eerste gezicht.

Ik was dan ook vastbesloten haar in mijn hechte vriendinnengroepje te introduceren als nieuw lid van de club.  Maar zoals het een goede pubercultuur betaamt ging dat natuurlijk zomaar niet. Wilde je geaccepteerd worden dan onderging je een heuse ballotage. Eén onderdeel daarvan was het afpakken van snoep van een van ‘de kleintjes’ op de manege en dat aan ons, de 5 meiden, afdragen. (Ik weet het, niet zo fraai, ik ben er niet trots op…)

Maar hoe graag Eer dan ook bij ons clubje wilde horen, zo jong en vol onzekerheden als ze toen was, zo dapper en sterk was ze ook om dat onderdeel te weigeren. Want Eer kon niet tegen onrecht. Ondanks haar weigering passeerde Eer glansrijk de rest van de ballotage en trad ze toe tot onze vriendinnenclub.

38 jaar geleden stapte Erika temidden van onze grote vrienden- en vriendinnengroep de drempel over van het LVC, het Leidse Vrijetijds Centrum.

Destijds had je 3 stromingen in het Leidse uitgaanscircuit: Disco, Hard Rock of Punk. Het LVC was voor de punkers. Hoewel we geen van allen echte punkers waren gingen we daar graag uit. En om niet teveel uit de toon te vallen tussen alle echte punkers pasten we onze kledingstijl allemaal wat aan.  Maar Eer niet. Eer deed in plaats van veiligheidsspelden in haar oren opzichtige plastic hangers in, hees zich in een rood hemdje met daaronder een mini-spijkerrokje en dááronder droeg ze glimmende, rode pumps…. Met haar lef en die enorme innerlijke kracht om zichzelf te durven zijn heeft ze die avond niet alleen bij mij, maar ook bij de Leidse punkers veel respect geoogst.

4 jaar geleden stapte Erika mijn huis binnen.

Als vaste traditie aten Ellen, Eer en ik al jaren samen, om toerbeurt bij elkaar thuis, deze keer bij mij. Eer kwam binnen met deze fles wijn en de volgende woorden: “Hier Peen, ik had geen tijd om iets voor je te kopen dus ik heb deze fles uit onze wijnvoorraad getrokken, geen idee of ie nog te zuipen is.” Het was niet Erika’s stijl om te doen alsof ze de wijn wél had gekocht of om met smoesjes aan te komen. Ze was recht door zee en eerlijk, soms tot aan het confronterende toe en daar hield ik zo ontzettend van. 

Een beetje huiverig voor deze ‘misschien niet te zuipen’ wijn heb ik de fles nooit geopend maar nu is het moment daar om hem te gaan proeven. En ik weet zeker, hoe zuur of wrang hij ook mag zijn, het zal toch de lekkerste wijn zijn die ik ooit heb geproefd.

Tjeerd met een gedicht dat hij als rap schreef op Buitenkunst

Rouwen als niemand erbij is,
gedachten kauwen.

Hoe kan ik jou bereiken?
Weer spreken,
zonder ijs te breken,
de ongemakkelijke fase ontwijken.

Want jouw liefde is mijn erfgoed,
Niet de weemoed of het ongelofelijke gebrek.

Wil met jou dat onmogelijke gesprek.
Dus ik vul het in,
hemels bulletin.
‘Love you to the sun and back’

Otmar zonder spiekbriefje

‘Ik schaamde me vroeger wel eens voor Erika. Voor haar vunzige humor waar mijn vrienden bij waren of het Zeeman-t-shirtje dat ik kreeg. Maar nu ben ik zó trots op haar.’

Carolien van de Rest ‘Met Erika erbij was het leuk, zelfs als het niet leuk was’

Mijn ode aan Erika, geschreven met veel hulp, van allerlei Hypsen en Vishakers

Oké Eer daar gaat-ie. Voor jou.

De eerste keer dat ik Erika zag was tijdens de KMT van Virgiel, op het kamp. We liepen rond in die vieze shirtjes, sliepen weinig en moesten integreren. Niet iets waar ik me heel erg bij op mijn gemak voelde. Erika maakte van haar hart geen moordkuil en vertelde dat ze regelmatig huilend op de plee zat omdat ze het zo kut vond, dat kamp. En ze maakte me aan het lachen met ongetwijfeld een platte grap. In een oogwenk had ze mijn hart veroverd. Zoals ze dat, denk ik, bij heel veel mensen deed. Erika was leuk, en leek zo sterk en onverschrokken! Pas later zou ik ontdekken dat zij ook zo haar eigen demonen te verslaan had. Die plek in mijn hart heeft ze natuurlijk altijd gehouden, die is alleen maar groter geworden.

Het lijkt een eeuwigheid geleden en tegelijkertijd lijkt het gisteren. Zoals we rondliepen op Virgiel, ons stoerder voordoend dan we eigenlijk waren. We vonden onszelf zo volwassen. Erika had al samengewoond dus had écht veel levenservaring. Al dat liefdesverdriet wat we deelden. Als ik er nu op terugkijk was het een rimpeling in de vijver, maar toen was het groots en meeslepend. Dan zat ik bij Eer op haar kamer, in zak en as. Erika leefde mee maar bleef nooit lang hangen in mijn ellende. Op een gegeven moment begon ze gewoon over wat anders. Heerlijk nuchter.

Haar onzekerheid, in het begin met Reinier. Of hij haar nou wel echt leuk vond. Uren konden we erover praten. Maar nog veel meer waren we aan het keten en lol maken. Erika had het hoogste woord, maakte woordgrappen en trok gekke bekken. Vol zelfspot en zonder angst om zichzelf voor gek te zetten. Erika met dat konijn van haar. Hoe heette die ook alweer? Ik zorgde er wel eens voor als ze er niet was en dan viel hij me aan. Die keer dat ik Barend per ongeluk had opgesloten op de van Leeuwenhoeksingel en Eer hem heeft bevrijd. ‘Ik zit ópgesloten’ deed ze hem jarenlang na. Of die avond smartlappen zingen. Ik kan niet naar dokter Bernard luisteren zonder Erika voor me te zien, galmend en wel.

Ik heb wel het verlangen gehad meer zoals Erika te zijn. Eer leek nooit bang om zich uit te spreken. Een feestje was geen feestje als zij niet was geweest. Gangmaker, pretmaker, grote mond. En ze had smaak. Niets fijner dan met Erika te gaan shoppen zodat zij me kon vertellen welke winkels we moesten hebben en wat wel en niet goed stond.

In onze jaarclub zette ze de toon. We zijn voor mijn gevoel nog aan het worstelen hoe we als club om moeten gaan met zó’n groot gemis. Maar ook binnen Vishaak en allerlei andere verbanden was ze smaakmaker, verbinder en belangrijk voor velen. Iemand die eenieders gekte kon begrijpen en er om kon lachen. Iemand die écht contact kon maken. Anekdotes genoeg, want met Erika viel er altijd iets te beleven. Rk Rps. ‘Oooh, jij bent echt een hoornen bril’. Mijn theezakjes en gouden tepel.

Ze had ook moeilijke periodes. En ook dan sprak ze nietsontziend over wat haar overkwam en bezighield. En ook dan vond ik het fijn om bij haar te zijn. Te horen hoe ze haar demonen probeerde te verslaan. Op de een of andere manier maken juist die beide kanten Erika voor mij zo aantrekkelijk. Alleen de grappen en grollen zou ik me niet bij thuis voelen, zo’n feestbeest ben ik niet. En alleen de zware kant zou zelfs voor mij te serieus zijn.

Erika wilde geen kinderen. Was ze heel stellig over. Gelukkig zijn ze er wel gekomen, dankjewel Reinier! Ik zie haar nog zitten bij ons thuis in Utrecht, ze kwam langs als verse moeder en had Otmar mee. Jelle was een jaar of 2 en wat luidruchtig aan het spelen. ‘Jezus wat maakt dat kind een herrie zeg, gaat dat altijd zo?’ Ja Eer, dat gaat altijd zo, kom je nog wel achter…

Ik herinner me vele feestjes, weekenden en vakanties, in allerlei verbanden. De Iran reis met Neda, die hier vandaag zo graag bij had willen zijn. Waar Erika natuurlijk, ook zonder dat ze elkaar konden verstaan, tóch het hart van Aziz veroverde. Èrika! Ik hoor het hem nog zeggen. Het lopen tijdens de trektochten vond ze verschrikkelijk. Ze bleef maar klagen en stopte vlak voor de top van de Sabalan omdat ze het vertikte nog 1 stap verder te zetten in die klote sneeuw. Begreep ik niks van, hoe Eer zo vlak voor die top kon stoppen. Maar ze kon niet meer en die top voegde niets meer toe voor haar.
Of het feestje van haar 50e verjaardag, waarna ze in haar eigen heg kotste. Vonden Barend en ik een fantastisch statement. Het leven is er om gevierd te worden, ook al levert je dat de volgende dag een kater op!

Erika was, en is, heel belangrijk voor me. En met mij voor velen van jullie denk ik. Ik had altijd zin om haar te zien, om met haar te praten, om met haar te lachen en om bij haar uit te huilen. Tja, wie zou dat nou niet hebben? Met Erika erbij was het altijd leuk. Echt waar. Zelfs als het niet leuk was.

Machteld Bijl over Erika als docent en collega

Herinneringen aan Erika

Op de kop af negen jaar geleden ontmoette ik Erika toen ik kennismaakte met een groep nieuwe docenten. Erika zat vooraan, driftig meeschrijvend, vragen stellend, aan alles was te merken dat ze zin had in haar nieuwe baan. Na afloop van de bijeenkomst bleef ze even achter. We bleken elkaars naam te kennen uit het bladencircuit. Zoiets schept meteen een band. Ze had er overigens zwaar de pest over in dat ze niet meteen voor de klas kon: haar ziekte gooide roet in het eten.

We kwamen elkaar later vaak in de wandelgangen tegen, maar ik leerde Erika pas echt kennen toen ik een jaar of vijf geleden haar leidinggevende werd. Als collega had je wat aan Erika: ze werkte hard, had een groot hart voor studenten en collega’s, ze was loyaal, perfectionistisch, genereus, ze kon vreselijk goed lachen – ook en vooral om zichzelf – en ze maakte sfeer: als in ons team op vrijdagmiddag traditiegetrouw De Vogeltjesdans gedraaid werd, stond zij als eerste te dansen.

Erika deed nooit iets half. Ze had een contract voor drie dagen, maar ze was minimaal vijf dagen per week met haar werk bezig. Als ik weleens zei dat het een tandje minder kon, antwoordde ze: ‘Ja, maar ik vind het zo leuk’ of ‘Ik vind eigenlijk dat ik die studenten niet kan laten wachten’. Typerend was ook dat ze, toen ze vorig jaar opnieuw ziek bleek, weigerde al haar werkzaamheden over de schutting te gooien. Een ander had gezegd: ‘Ik ben er even niet’, maar Erika zou het tentamen waar ze aan werkte ‘gewoon even’ afmaken. Dat lukte helaas niet meer. De enige deadline die ze in haar schoolcarrière niet haalde…

Wat we ons allemaal herinneren, is hoe Erika aan haar bureau volledig opging in haar werk, een joekel van een leesbril op haar neus, de propeller tegen haar opvliegers draaide op volle toeren. Bloedserieus, doorknallen. Maar zodra ze iets af had, was er ruimte voor grappen – hoe platter hoe beter. Ze grossierde in moppen uit de categorie ‘Komt een vrouw bij de dokter’. Ook zat ze in een appgroep met collega’s waarin ze met selfies emoticons nadeden. Dat kon Erika als geen ander, ze was een ster in het trekken van de meest gekke bekken.

Soms hadden collega’s weleens moeite met haar perfectionisme: maakte ze een les of een toets dan werd die zes keer gecontroleerd, álles moest kloppen – van lettertype tot toetsmatrijs. Bij besprekingen daarover was ze soms te lang van stof. Maar… als íemand de zaken goed op orde had, was het Erika. Iets té goed soms: toen ik kort voor de zomer – emotioneel kon ik dat niet eerder opbrengen – haar deel van de kast die we samen deelden op moest ruimen. Ze bleek de wettelijke bewaartermijn ruimschoots te hebben overschreden: ik vond bij wijze van spreken nog net geen tentamens die met een matrixprinter gedrukt waren….

Erika sloeg geen teamuitje over – zelfs toen ze doodziek was, leverde Reinier haar af voor een biertje op de afscheidsborrel van een collega. Bescheiden als ze was, had ze mij eerst gevraagd of ze wel mócht komen: ze wilde absoluut niet dat de aandacht van de collega werd afgeleid. Uiteraard werd ze met gejuich ontvangen. Volgens collega Willem was Erika een van de weinigen met wie je zo heerlijk over knutselen kon praten. Diezelfde Willem memoreerde deze week nog eens hoe geweldig Erika zich kleedde: een eclectische eigen stijl, verraderlijk actueel – het leek of er geen plan achter zat, maar het was spot on en wie goed keek zag altijd wel ergens het G-starlabel.

Voor haar studenten deed Erika alles. Met sommigen raakte ze bevriend en hield ze ook na het afstuderen contact. Met Tom en Jana – vandaag ook hier – ging ze nog regelmatig uit eten. En dat Tom inmiddels ook bij de HvA werkt, dankt hij aan een tip van Erika. Bij de diploma-uitreiking in juli barstte een meisje in tranen uit: ze vond het zo jammer dat haar studieloopbaanbegeleider dit niet had kunnen meemaken. En in juni trof mijn collega Richard bij een eindassessment een bloedzenuwachtige, bescheiden studente. Ze vertelde dat ze ontzettende angst had gehad om überhaupt te gaan studeren want ze had een spraakgebrek. Haar portfolio klopte aan alle kanten, het gesprek was indrukwekkend. De examinatoren werden omvergeblazen en gaven haar een 10. Toen haar gevraagd werd wie haar studieloopbaanbegeleider was, vertelde ze met trillende lip dat die onlangs overleden was. Bij Richard sprongen de tranen in de ogen, ook de studente hield het niet droog: dit ging over Erika. ‘Als zij er niet was geweest, was ik nooit zover gekomen’, zei ze huilend. Richard had even het gevoel alsof Erika bij hen in de ruimte was.

Het is sowieso opvallend hoe Erika nog dagelijks ‘onder ons’ is. Er gaat vrijwel geen dag voorbij of ze komt voorbij in een gesprek Toen twee collega’s voor de zomer met een werkdilemma zaten, raadde ik hen aan zich af te vragen ‘Wat zou Erika doen?’. In onze docentenkamer neemt haar foto een prominente plaats in. Collega’s zitten nog steeds graag bij haar in de buurt. Morgen begint het nieuwe studiejaar. Na negen jaar definitief zonder Erika. De Vogeltjesdans op vrijdag zal nooit meer hetzelfde zijn.

En toen was het tijd voor een borrel!

.. met een patatje …

 💜